7a. Ik en de Ander

Doelstellingen van de serie Karakter en Beverburchten

Meer weten over de doelstellingen van deze serie? Klik dan hier:

Toon text

‘Stilte staat tegenover zelfzucht en gebed tegenover grootspraak.’ Dat is een heel korte samenvatting van wijze woorden die ik las bij Abraham Heschel, een joodse filosoof, en die alles te maken hebben met karaktervorming, het onderwerp van deze blogserie.

Karaktervorming gebeurt daar waar jij je laat veranderen aan het leven. Deze verandering ontstaat waar jij je verhoudt tot ‘het anders’ in jezelf, in de ander en het andere. Tot dat wat we snappen, kunnen we ons gemakkelijk verhouden. In het leven komen we echter voortdurend zaken tegen in onszelf, in de ander en in het andere die we helemaal niet goed snappen. De neiging die dan automatisch ontstaat, is om in afweer te stappen, een oordeel te vellen of onze ogen te sluiten. En juist wanneer we dat niet doen en ons verhouden tot ‘het anders’ waarmee we geconfronteerd worden, ontstaat karaktervorming.

De stilte schept ruimte voor de confrontatie met het andere. In de stilte stopt de gerichtheid op alleen onszelf. In de stilte komt de grootspraak tot zwijgen. In de stilte vallen het (ant)woord en het weten weg. Dan kunnen we op andere gedachten komen. De stilte schept ruimte voor karaktervorming.

Ik zoek zelf een aantal keren per jaar een week(end) de stilte om zo de grote woorden om en in mijzelf weer even kwijt te raken. Te komen bij niet-weten. Ook mijn eigen angst en onzekerheid onder ogen te zien, die meestal oorzaken zijn van grootspraak. En zo nieuwe gedachten op te kunnen laten komen. Deze manier van leven helpt mij om te oefenen, zodat ik mijn karakter in kleine stappen kan vormen. Een levensproces.

Een andere vorm om tot stilte én karaktervorming te komen, is bewust reflecteren. Bijvoorbeeld in de vorm van een dag- of logboek. Hoe reageerde ik in deze (werk)situatie? Zou dit anders kunnen? Hoe wil ik mij ontwikkelen? Wat staat mij daarbij in de weg? Wat is mijn kracht?

Nog een manier om je karakter te vormen, is door middel van een intervisiegroep. Een intervisiegroep kan je helpen om je eigen dilemma’s, ontwikkelpunten en vragen met anderen onder woorden te brengen en anderen de gelegenheid te geven je een spiegel voor te houden.

Een persoonlijk voorbeeld. Ik heb een eigen bedrijf. Dat betekent dat ik behalve concrete prestatiedoelen (bijvoorbeeld: ik wil dan en dan een workshop hebben ontwikkeld) ook oefen- en ontwikkeldoelen stel. Ik ben iemand met veel visie. Omdat ik behoorlijk introvert ben en eigenlijk ook best verlegen, breng ik die visie niet zo makkelijk voor de bühne. Mijn oefen- en ontwikkeldoel is dat ik mijn visie zo verwoord dat ik anderen ermee help om zich te ontwikkelen en zo mijzelf zichtbaar maak met mijn visie. Dit gaat over karaktervorming. Dan gaat het over mijn eigen dilemma’s onder ogen zien en daarmee dealen. Stilte, intervisie, supervisie en goede collegiale contacten helpen mij om met mijn dilemma’s te dealen.

Ik zie het leven als een speelveld waarop allerlei toestellen staan die ik mag ontdekken, verkennen, ermee oefenen en zo mijzelf ontwikkelen. Dat helpt me om niet teleurgesteld te raken over al die dingen waar ik niet tevreden over ben, die niet gelukt zijn en die ik niet gehaald heb. Ik mag oefenen. Ik mag spelen.

Karaktervorming kan alleen plaatsvinden wanneer we tot stilte en tot stilstand komen, sprakeloos en ant-woord-loos durven worden en zo andere gedachten toelaten. In de komende blogs beschrijf ik twintig eigenschappen of elementen die bijdragen aan karaktervorming. Deze eigenschappen of elementen keren terug in de parabels over de familie Bever die ook deel uitmaken van deze blogserie.

Ik hoop dat de blogs en parabels je helpen om tot stilstand te komen en zo in kleine stappen je eigen karakter te vormen!

7a. Ik en de Ander

Dat we geen moord moeten plegen, weten de meesten van ons wel. Toch doen we het allemaal met regelmaat. Ik zal dit toelichten aan de hand van het onderstaande citaat:

Martin Buber zegt het heel goed in zijn boek Ik en Jij. Er is geen ik alleen. Er is altijd een ik-jij, of een ik-hij, dezelfde en de ander. Ik kan geen ik zeggen, als er geen jij of geen hij is. Geen van de beide termen kan worden afgeschaft. De een bestaat slechts bij de gratie van de ander. De tussenruimte tussen hen beide kan echter niet worden opgeheven. Zo blijven ze van elkaar gescheiden, terwijl ze tegelijkertijd onafscheidelijk zijn. (Ouaknin 2001, p. 120)

Karaktervorming bestaat bij een besef van onze eigen uniciteit en die van de ander. Daarover gaat dit blog.

De ander is uniek. Uniek in zijn verhaal. Uniek in zijn zijn. Uniek in zijn schade. Uniek in zijn kansen. Uniek! Niet af. Het is essentieel om dit te beseffen. En hetzelfde geldt voor mij. Mijn eigen uniciteit en die van de ander bestaan in de wederkerigheid en in de tussenruimte tussen beide, schrijft Ouaknin.  Een relatie van de een naar de ander, is geen relatie. Alleen door het unieke van de ander in een wederkerig ontmoeten vorm te geven, ontstaat relatie. Daarin is er onderscheidt, een tussenruimte, tussen mij en de ander. Ik word niet een met die ander. De ander is anders. En ik ben anders. Er zijn twee situaties waardoor we moorden, jij en ik; als we de wederkerigheid ontkennen of als we de tussenruimte ontkennen. Ik zal uitleggen wat ik daarmee bedoel.

Wanneer we wederkerige relaties aangaan, erkennen we dat de ander en ik elkaar aanvullen en dat we samen tot iets mooiers komen. Wanneer we de tussenruimte erkennen, geven we blijk van de erkenning dat we niet hetzelfde zijn en niet in elkaar vervloeien. We hebben elkaar nodig als ‘de ander’. Wanneer we de wederkerigheid en/of de tussenruimte ontkennen, dus het unieke andere van de ander (en daarmee ook van onszelf), ontkennen we de ander, en dat is in zijn wezen een moord.

Hoe ontkennen we de wederkerigheid en daarmee de eigen uniciteit of die van de ander? Ik geef enkele voorbeelden:

  • Wanneer ik mij een beeld vorm van de ander (aflevering 3a) of de ander niet tot leven wek (aflevering 2a).
  • Wanneer ik denk dat ik de klus in mijn eentje kan klaren zonder te komen tot het 1+1=3 in de samenwerking.
  • Wanneer ik in kringetjes in mijn gepieker rond blijf draaien en ontken dat ik mijn partner, vrienden of wellicht professionele hulp nodig heb.
  • Wanneer we als team mooie dingen hebben gedaan en ik met de eer strijk of juist mijn aandeel ontken.

Hoe ontken ik de tussenruimte tussen mijzelf en de ander en ontken daarmee de uniciteit van de ander en mijzelf? Opnieuw enkele voorbeelden:

  • Wanneer ik mij afhankelijk maak van de ander of de ander zich afhankelijk maakt van mij en wij daardoor niet komen tot een gezonde aanvulling. Ik parasiteer en leef op kosten van de ander. Zo zuig ik de ander leeg.
  • Wanneer ik mij ophang aan al die belangrijke, goede of deskundige mensen die ik ken, zodat wie zij zijn op mij afstraalt.
  • Wanneer ik mijzelf altijd voorsta op wat ik doe, zonder mens te zijn; daarmee blijf ik beperkt tot een taak en rol. Ik laat mijzelf niet zien en kom niet tot leven.

Groeivraag

Hoe voorkom jij dat jij moordt? Hoe kun jij je ontwikkelen als het gaat om wederkerigheid en tussenruimte?

Bronnen voor deze serie

Meer weten over de bronnen deze serie? Klik dan hier:

Toon text

Bronnen voor deze serie

Covey, S.R. (2007), De zeven eigenschappen van effectief leiderschap, Amsterdam/Antwerpen: Business Contact.

Dam, A. van (2009), De kunst van het falen. Hoe je door effectief leren succesvol kunt presteren, Amsterdam: Ambo.

Derks, W. (2003), Een leefregel voor beginners, Tielt: Lannoo.

Grün, A. (2010), Benedictijnse regels voor een gelukkig leven, Baarn: Forte Uitgevers BV.

Halík, T. (2016), Geduld met God. Twijfel als brug tussen geloven en niet-geloven, Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum.

Ouaknin, M. (2001), De tien geboden, Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Rossum, C. van (2014), Kwetsbaarheid is kracht. Menselijk maatwerk in duurzaam, inspirerend en ambachtelijk loopbaan- en studiekeuzeadvies, Rotterdam: Loopbaanparadox, in eigen beheer.

Rossum, C. van, ‘Angst is niet iets om bang voor te zijn’, in: CoachLink Magazine 2015, nr. 4, pp. 55-58.

Rossum, C. van, ‘Verbinding creëren door te luisteren’, in: CoachLink Magazine 2015, nr. 3, pp. 80-83.

Rossum, C. van, ‘Gezond en duurzaam werken – een leerproces voor werkgever en werknemer!’, in: CoachLink Magazine 2016, nr. 5, pp. 56-59.

Rossum, C. van, ‘Leidinggeven aan gezond en duurzaam werken’ in: CoachLink Magazine 2016, nr. 6, pp. 70-73.

Sinek, S. (2016), Begin bij het waarom. De gouden cirkel van ondernemen, Amsterdam: Uitgeverij Business Contact.

Whitworth, L., H. Kimsey-House & Ph. Sandahl (2007), Co-Actief Coachen. Nieuwe vaardigheden voor professioneel en persoonlijk coachen, Zaltbommel: Thema.

Over het blog

De missie van Loopbaanparadox is: “Kwetsbaarheid is kracht! Menselijk maatwerk in duurzaam, inspirerend en ambachtelijk loopbaan- en studiekeuzeadvies”. Het blog draagt in dit kader kennis, inspiratie en deskundigheid over en verschijnt tweewekelijks.

De foto’s zijn van fotograaf Marcel Sjoers (www.marcelsjoers.nl). Ze zijn te bestellen via marcel@marcelsjoers.nl. Het blog is geschreven door Cora van Rossum (www.loopbaanparadox.nl) en staat onder redactie van Marleen Schoonderwoerd (http://www.linkedin.com/in/marleenschoonderwoerd).

Wanneer door dit blog persoonlijke dilemma’s boven komen, is het altijd mogelijk om hierover te mailen (cora@loopbaanparadox.nl). Gratis!

Cora van Rossum – www.loopbaanparadox.nl 19-2-2018

 

Dit vind je misschien ook leuk...