Aflevering 7: Transcendentie

  • LOB7

Aandacht voor taal binnen HorizonTaal

Taal is een essentieel instrument in onze loopbaan. De LOB-methodiek HorizonTaal, die Loopbaanparadox op verschillende scholen verzorgt, besteedt daarom niet alleen aandacht aan loopbaanvragen voor jongeren, maar ook aan taalontwikkeling. Dat dit van belang is, blijkt ook uit het rapport van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen dat in 2008 in opdracht van het ministerie van OCW werd geschreven. Deze serie van twaalf blogs heeft dan ook als onderwerp: aandacht voor taal binnen de LOB-methodiek HorizonTaal.

Ik hoop dat deze blogs bijdragen aan je persoonlijke ontwikkeling! Of je nu professional bent in het onderwijs, ouder of op een andere manier geïnteresseerd in dit onderwerp.

Wanneer je vragen hebt over de methodiek HorizonTaal, of wilt weten wat Loopbaanparadox voor jou of jouw school kan betekenen, of wanneer er persoonlijke vragen ontstaan, is het altijd mogelijk om hierover te mailen (cora@loopbaanparadox.nl). Gratis!

Transcendentie

Het vergroten van de taalvaardigheid vindt plaats door mediërend te leren, schreef ik in blog 3. Hierbij zijn vier vaardigheden van belang: intentionaliteit en wederkerigheid, zingeving, competentie en transcendentie. In dit blog staat de vierde vaardigheid centraal, transcendentie. Vanmontfort beschrijft deze houding als volgt:

Het principe van transcendentie: Als de meer taalvaardige deelnemer tijdens activiteiten die verlopen volgens de drie eerste principes (intentie en wederkerigheid, zingeving en competentie, CvR), regelmatig meer abstracte regels en wetmatigheden over de gang van zaken in de wereld verwoordt, geeft hij de overige deelnemers de mogelijkheid om zich denkbeeldig te verplaatsen in nieuwe situaties en daarbij de abstracte taal te gebruiken die eigen is aan formeel taalgebruik (Vanmontfort 2010a).

Met andere woorden, de taalvaardigheid wordt vergroot en op een abstracter niveau gebracht wanneer er sprake is van gezamenlijke activiteiten die leerlingen als zinvol beleven en waarbij leerlingen ook competent worden geacht. Wanneer docenten vervolgens concrete situaties uit de praktijk abstraheren,zijn leerlingen beter in staat om zich een voorstelling te maken van de werkelijkheid waarmee ze nu nog minder vertrouwd zijn.

De leerkracht die de intentie heeft om samen met de leerlingen een gemeenschappelijke activiteit tot een bevredigend einde te brengen, communiceert binnen het zingevende kader van een functionele context. Deze vorm van communicatie is als het ware een simulatie van de manier waarop mensen hun gemeenschappelijke basis uitbreiden in de dagelijkse gang van zaken in de wereld (Vanmontfort 2010a).

De praktijk van HorizonTaal

Het stripverhaal

In haar artikel in Caleidoscoop, december 2009, geeft Magda Vanmontfoort zo’n mooi voorbeeld, dat ik opnieuw citeer. Ze is in haar klas bezig met het inleidende deel van het Kennisdomein Wetenschappen. Dit is in een Belgische klas Nijverheidstechnieken, klas 1 of 2, vergelijkbaar met ons VMBO. Ter voorbereiding hebben de leerlingen thuis het stripverhaal Proeven voor de keizer gelezen. Het klassegesprek over het stripverhaal is bedoeld om met de leerlingen meer duidelijkheid te krijgen over het abstracte begrip Wetenschappen. Een mooi moment om met taal bezig te zijn, zonder taal als doel te hebben.

Het gesprek over het stripverhaal

‘Het verhaal gaat over een vrouw met een grote bril,’ zegt Kemal ernstig. Hij neemt mij in het vizier door de zoekgaten voor zijn ogen – rondjes van duimen en wijsvingers. Ze werpen een donkere schaduw over zijn smalle, bleke gezicht.
‘Ja, de Maria… Maria,’ vult Ali aan.
‘Ze zit in een oud gebouw en ze doet onderzoek naar vergif,’ gaat Kemal onverstoord verder. Hij heeft zijn brilletje ontmanteld en legt zijn handen rustig op zijn bank.
‘Ja, dokter Maria Scarpetti doet onderzoek naar vergif,’ zeg ik. ‘Ze onderzoekt of mensen overleden zijn door vergiftiging.’
‘Ze heeft geneeskunde gestudeerd,’ zegt de eeuwig glimlachende Murat.
‘Precies, Murat. Om haar onderzoeken goed te kunnen uitvoeren, heeft ze vroeger geneeskunde gestudeerd.’
‘Maar geneeskunde is geen wetenschap,’ vindt Murat.
De anderen zijn het met hem eens.
Kaan reikt vliegensvlug een alternatief aan voor échte wetenschappelijke bedrijvigheid. ‘Naar de maan vliegen, mevrouw, dát vind ik echte wetenschap,’ zegt hij.  ‘Naar de maan vliegen en er iets vinden… daar,’ zegt hij terwijl hij – zoals altijd – zijn bank voorzichtig op zijn knieën laat balanceren.
Enkele leerlingen knikken goedkeurend. (…)
‘Virussen,’ zegt Burhan.
‘Virussen, hoe bedoel je, Burhan?’ vraag ik.
‘Onderzoek doen naar virussen, mevrouw,’ herhaalt hij beleefd.
‘Maar dat is toch geneeskunde!’ zegt Murat verbaasd.
‘Ja, en dan!? Die ontdekken toch van alles en zo,’ gaat Burhan in de tegenaanval.
Ik vraag hen of ze misschien vinden dat er een verschil is tussen iemand die onderzoek doet naar virussen en de huisarts bij wie ze zelf terecht kunnen als ze ziek zijn. Ze knikken vol overtuiging.
Murat lacht opgelucht – ik vat zijn gedachten in woorden.
Osman steekt zijn vinger op.
‘Ja, Osman?’ vraag ik.
‘Die werken in een ziekenhuis… die werken in het laboratorium van het ziekenhuis.’
‘Dat hoort bij virussen!’ zegt Burhan scherp.
Ik zeg dat laboranten in ziekenhuizen inderdaad vaak het bloed van patiënten onderzoeken op de aanwezigheid van virussen en bacteriën. Vinden ze dat dan een wetenschap of, zoals bij de huisarts, eerder een toepassing van wetenschappelijke kennis?
Ik zie hen denken. De meesten komen uiteindelijk tot de vaststelling dat ze het eerder een toepassing vinden.
‘Ja, die gebruiken wetenschap van anderen om te kijken welke ziekte iemand heeft,’ zegt Onur.
‘Tsjuush!’ zeggen een paar jongens – helemaal onder de indruk.
Osman zet zijn bril op: het wordt serieus (Vanmontfort 2009).

De mediërende rol van de docent: transcendentie

Uit het gesprek wordt duidelijk dat de docent in het verhaal slechts de aangever is. Door haar samenvattingen, haar vragen en haar toelichting vergroot zij de de taalvaardigheid van de leerlingen en brengt zij hun kennis naar een hoger abstractieniveau. Daarvoor staat het begrip transcendentie.

Groeivraag

Zie jij je leerling of kind als iemand die nieuwsgierig is naar de wereld en daardoor ook een abstracter taalniveau kan leren? Hoe kun jij daar je gesprekken met je leerlingen en /of kinderen op aanpassen? Wat wil je leren?

Vooruitblik

De blog van volgende week vat nog een keer samen hoe docenten een goede intermediair kunnen zijn. Tot dan!

Bronnen voor deze serie

  • Clark, Herbert H. (2005), Using language. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen (2008a), Over de drempels met taal en rekenen. Hoofdrapport van de Expertgroep Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen. SLO: Enschede. http://www.slo.nl/nieuws/dll/Hoofdrapport.pdf/download – voor het laatst geraadpleegd 7-8-2014.
  • Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen (2008b), Over de drempels met taal. De niveaus voor de taalvaardigheid. Onderdeel van de eindrapportage van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen. SLO: Enschede. http://www.slo.nl/nieuws/dll/Taalrapport.pdf/ – voor het laatst geraadpleegd 9-1-2015.
  • Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen (2008c), Over de drempels met rekenen. Consolideren, onderhouden, gebruiken en verdiepen. Onderdeel van de eindrapportage van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen. SLO: Enschede. http://www.slo.nl/nieuws/dll/Rekenrapport.pdf/ – voor het laatst geraadpleegd 9-1-15.
  • Rossum, Cora van (2014), Kwetsbaarheid is kracht. Menselijk maatwerk in duurzaam, inspirerend en ambachtelijk loopbaan- en studiekeuzeadvies. Rotterdam: Loopbaanparadox.
  • Vanmontfort, Magda van (2010a), ‘Taal en mediatie. Een beschouwing over communicatie in het onderwijs – mogelijke breuklijnen en wat mensen kunnen doen om breuken te helen’. In: Zorgbreed.Tijdschrift voor integrale leerlingenzorg 8, nr. 29, pp. 2-11. http://www.maklu.nl/MakluEnGarant/BookDetails.aspx?id=9781162169088 – voor het laatst geraadpleegd 7-8-2014.
  • Vanmontfort, Magda van (2010b), HorizonTaal, Studiekeuze als ontdekking, handleiding. Antwerpen / Apeldoorn: Garant.
  • Vanmontfort, Magda van (2009), ‘HorizonTaal – een leek voor de klas’. In: Caleidoscoop 21, nr. 6, pp. 4-21. http://caleidoscoop.be/index.php?ID=41314 – voor het laatst geraadpleegd 9-8-2014.

Over de LOB-methodiek HorizonTaal

De LOB-methodiek HorizonTaal wordt door Loopbaanparadox op een aantal middelbare scholen in Nederland gefaciliteerd. HorizonTaal is ontwikkeld door de Vlaamse Magda Vanmontfort, psycholoog en taalkundige. De methodiek is bedoeld voor middelbare scholieren van 13-14 jaar en bestaat uit twee componenten: beroepskeuze- en loopbaanontwikkeling én taalontwikkeling.

In 2014 schreef ik een blogserie over de inhoud en vormgeving van de LOB-methodiek HorizonTaal. Deze blogserie is na te lezen op www.loopbaanparadox.nl.

Over het blog

De missie van Loopbaanparadox is: “Kwetsbaarheid is kracht! Menselijk maatwerk in duurzaam, inspirerend en ambachtelijk loopbaan- en studiekeuzeadvies’. Het blog draagt in dit kader kennis, inspiratie en deskundigheid over en verschijnt iedere maandag.

De foto’s zijn van fotograaf Marcel Sjoers (www.marcelsjoers.nl). Ze zijn te bestellen via marcel@marcelsjoers.nl. Het blog is geschreven door Cora van Rossum (www.loopbaanparadox.nl) en staat onder redactie van Marleen Schoonderwoerd (http://www.linkedin.com/in/marleenschoonderwoerd).

Cora van Rossum – www.loopbaanparadox.nl – 16-5-2014

Dit vind je misschien ook leuk...